Lucky Holsteins – Inprogress 2017

“Het opstarten met de robot ging als een zonnetje”

Nieuwe stal met de nadruk op koecomfort en arbeidsgemak

Met rubber op de vloer, zand in de boxen en een MIone melkrobot is bij Lucky Holsteins het welzijn voor de koeien op topniveau. Melkveehouders Alice Booij en Anke Zijlstra kozen voor arbeidsgemak en maximaal koecomfort.

“We willen dat de koeien twee lactaties langer meegaan, in deze stal moet dat kunnen”

Krappe afmetingen, een matige ventilatie en veel arbeid. De 45 jaar oude ligboxenstal bij Lucky Holsteins was hoog-nodig aan vervanging toe. Melkveehoudsters Anke Zijlstra en Alice Booij maakten een plan voor een nieuwe stal met de focus op koecomfort en arbeidsgemak. “Met de nieuw-bouw kozen we voor de meest ideale situatie voor de koeien: zand in de boxen en looprubber op de vloer”, geeft Zijlstra aan. “De robot zorgt ervoor dat we flexibel met onze tijd kunnen omgaan en de stal is zo ingedeeld dat één persoon een koe gemakkelijk overal kan krijgen.”

Stressvrij stalsysteem

Inmiddels is de stal, die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV), een half jaar in gebruik. Opvallend is de rust in de stal. Zijlstra: “Vreten, liggen of melken: de koeien kunnen zelf kiezen wat ze doen. Het is een stressvrij stalsysteem.” Dat geldt zeker voor de ‘afkalflijn’, waar de veehouders samen met kennisorganisatie Vetvice goed over nagedacht hebben. “Wij wilden per se de droge koeien ook in de nieuwe stal huisvesten, want dat is eigenlijk de belang-rijkste groep. Daar begint een vlotte start van de lactatie.”

Achter de robot liggen de droge koeien in extra brede boxen (1.25 meter) en vlak voor het kalven gaan ze naar de centraal gelegen afkalfbox met stro. “Ze kalven als het ware in de koppel. Dat voorkomt stress, zelfs voor vaarzen.”

“Als we goed zijn voor de koeien, zijn ze ook goed voor ons.”

Ook het zand in de boxen, die op 1.20 meter breedte staan, draagt bij aan de rust in de stal. De koeien liggen lekker én vooral lang. Komende maanden zal blijken hoe de weidegang de rust en de bedrijfsvoering beïnvloedt. “Onze koeien hebben altijd geweid en dat blijft zo. We willen het zelf en de buren vragen er ook om.”

Robotmelken

”Het is vooral opvallend met hoeveel gemak nieuwmelkte koeien produceren. Voor hen is het meerdere keren per dag melken een uitkomst.”

Met een week zaten ze al op drie melkingen per dag, waarbij de gemiddelde pro-ductie rond 30 liter per koe schommelt. “Eigenlijk hadden de koeien het ritme sneller te pakken dan wij”, lacht Booij. “Het is vooral opvallend met hoeveel gemak nieuw-melkte koeien produceren. Voor hen is het meerdere keren per dag melken een uitkomst. Wat het op de lange termijn met de productie doet is nog even afwachten. Pas als alle koeien hebben gekalfd in het nieuwe systeem kunnen we daar echt wat over zeggen.” Over de melkkwaliteit durven de ondernemers al wel uitspraken te doen: die is dik in orde.

”Het is vooral opvallend met hoeveel gemak nieuwmelkte koeien produceren. Voor hen is het meerdere keren per dag melken een uitkomst.”

Het kiemgetal is 7, het celgetal ligt tussen 100.000 en 150.000 cellen/ml en de zuurte-graad is 0,4. Booij en Zijlstra kochten het hele pakket van stalinrichting, robot, melktank, gordijnen, rubber, mestinstallatie en pompen bij leverancier Henk de Boer uit Jellum. “Kwaliteit stond voorop, maar het gaat ook om service, vertrouwen en een prettige samenwerking”, vat Booij samen. “We werken al jaren met De Boer samen. Het klikt en we hebben voor alle vragen één aanspreekpunt, dat werkt wel zo gemakkelijk.”

GVE-regeling

De stal met 96 boxen staat nog niet vol. De melkveehoudsters molken eind 2016 ruim 65 koeien en waren van plan in de loop van 2017 richting de 80 koeien te gaan. “We hadden erop gerekend om fosfaatrechten aan te kopen, maar de GVE-regeling gooit flink roet in het eten. Toch gaan we niet bij de pakken neerzitten”, vertelt Booij. “Onze opzet is om koe, voer en mest in balans te brengen. We hebben de hectares onder het bedrijf en die grondgebondenheid zien we als dé weg naar de toekomst. Zo houden we als sector het meeste draagvlak.” “We hopen dat er volgend jaar weer kansen komen om uit te breiden”, vult Zijlstra aan. “We hebben in ieder geval een prachtige stal waar zowel wij als de koeien prima in functioneren. Daar hebben we alle dagen plezier van.”

AANZIENLIJKE ENERGIEBESPARING MOGELIJK

Slim omgaan met warmte uit melk

Energiebesparing is financieel interessant en in sommige gevallen zelfs verplicht. Door de warmte uit melk slim te gebruiken, kunnen melkveebedrijven vaak besparen

De variatie in energiegebruik tussen bedrijven is groot. Een gemiddeld melkvee-bedrijf verbruikt rond de 50 kWh per 1.000 kilo melk. Bij de 10 procent meest energiezuinige bedrijven is het gemiddelde verbruik echter maar 32 kWh per 1.000 kilo melk. Energiebesparende maatregelen zijn dan ook vaak interessant. Bedrijven met een energieverbruik van meer dan 50.000 kWh elektriciteit per jaar of 25.000 m3 aardgas zijn bovendien verplicht om dergelijke maatregelen te nemen. Een combinatie van maatregelen biedt mogelijkheden om de warmte uit melk optimaal te benutten en daarmee energie te besparen en de kwaliteit van de melk zo hoog mogelijk te houden

Voorkoeling

Energie besparen begint vaak met een voorkoeler. Een platenkoeler koelt de melk op een efficiënte manier met koud water. De voorkoeler kan worden geoptimaliseerd met een MilkFlowControl frequentiesturing voor de melkpomp. Dit zorgt voor een stabiele melkstroom door de platenkoeler, waardoor de koeling maximaal is. Met de PK voorkoeler bespaart u voor iedere graad terugkoeling tot 3 procent op de energiekosten, afhankelijk van de omstandigheden.

Warmteterugwinning en huisverwarming

Een mogelijke volgende stap is GEA OptiCool warmteterugwinning. Bij het koelen komt veel warmte vrij, die via warmteterugwinning om te zetten is in warm water. Het huisverwarmingssysteem GEA Extraheat zorgt er vervolgens voor dat warmte uit melk wordt ingezet voor de verwarming van huis en kantoor. Dit systeem werkt volledig autonoom en komt in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek.

Frequentieregelaar vacuümpomp

Een nieuwe besparingsmogelijkheid waar steeds meer veehouders voor kiezen, is een frequentieregelaar voor de vacuümpomp. Tijdens het melken kan vaak met de helft van de capaciteit van de vacuümpomp worden volstaan. De zogeheten VOD (Vacuum on Demand) frequentieregelaar test het vacuümniveau en past de snelheid van de vacuümpomp aan op het benodigde vacuüm, waardoor er geen onnodige energie wordt verbruikt.

FAMILIE VAN DER WEIJ – INPROGRESS 2018

“Celgetal meer dan gehalveerd”

SUPERIEUR MELKPROCES MET NIEUW MELKSYSTEEM

Na een flinke uitbreiding kreeg Jacob van der Weij te maken met gezondheidsproblemen in zijn veestapel. Om de mastitis en het veel te hoge celgetal de baas te worden, investeerde hij in een Apollo Melksysteem.

“Het aantal mastitisgevallen is flink gedaald en het celgetal meer dan gehalveerd.”

Sinds de splitsing van het ouderlijk bedrijf runt Jacob van der Weij samen met zijn vrouw een melkveebedrijf in Wytgaard. Samen zetten ze het bedrijf op deze locatie acht jaar geleden voort met 160 koeien. Inmiddels telt het bedrijf 330 stuks melkvee. “Twee jaar na de overname maakte ik plannen om een nieuwe melkveestal te bouwen. Dit werd in 2014 werkelijkheid,” blikt Van der Weij terug. Met ruimte voor meer dan 300 koeien maakte hij zijn bedrijf verder toekomstbestendig. “De wens was om de ruimte voor het aantal te houden koeien nagenoeg in één keer op te vullen. Zodoende kochten we in november 2014 120 koeien aan, afkomstig van één veefokker.” Wat Van der Weij echter niet had voorzien, was het aureusprobleem dat nadien om de hoek kwam kijken.

Aureus

“De afgelopen jaren hebben we relatief veel getobd met de diergezondheid. Met name de mastitisverwekker aureus speelde de koeien parten”, vertelt Van der Weij. “Niet de klinische variant, maar telkens nieuwe gevallen. Het ging echt de veestapel door.” Aureus staat er dan ook om bekend zeer besmettelijk te zijn. 

De bacterie verspreidt zich makkelijk tijdens het melken. “We zochten daarom verschillende oplossingen om het melkproces zo hygiënisch mogelijk te laten verlopen”, legt de melkveehouder uit. “Zo zijn we op een gegeven moment met drie groepen gaan werken: een nieuwmelkte groep, oudmelkte groep, en een celgetal groep.

De koeien met een hoog celgetal molken we dan als laatste, in de hoop de overdracht van bacteriën tegen te gaan. Dit had echter onvoldoende resultaat. Vorig jaar zomer hadden we zelfs te maken met 13 procent nieuwe mastitisgevallen en bereikten we een geometrisch celgetal van 395.”



Goed en efficiënt werken

Van der Weij melkt met een 40-stands buitenmelker van GEA. “Ik streef ernaar het melkproces goed en efficiënt te laten verlopen. Bovendien vind ik het belangrijk dat het melken door één persoon gedaan kan worden”, aldus Van der Weij. Toch overwoog hij even om een extra man aan te nemen, puur om elke speen na het melken secuur te dippen. “Maar waar vind je iemand die dat dag in, dag uit wil doen? Bovendien wil ik echt zeker weten dat het dippen altijd goed en netjes gebeurt.” Hij stapte van het idee af om iemand erbij aan te nemen en besloot met een sprayautomaat te gaan werken. Ook heeft Van der Weij een tijdje met schuim voorgedipt. “Ook die maatregelen hadden onvoldoende resultaat. Uiteindelijk kwam het Apollo Melksysteem op ons pad. GEA-dealer Henk de Boer gaf ons alle vertrouwen dat het dé oplossing voor ons bedrijf zou zijn.”

“Elke speen wordt nog voor het afnemen van het melkstel gedipt in de beker.”

Dippen in de beker

Omdat het systeem in Nederland nog nergens draaide, ging Van der Weij ter oriëntatie af op de gesprekken met zijn GEA-dealer. “Daarnaast heb ik verschillende filmpjes op YouTube bekeken om er een goed beeld bij te krijgen”, vertelt Van der Weij. Het gaf hem vertrouwen in het systeem en afgelopen augustus liet hij als eerste melkveehouder in Nederland het Apollo Melksysteem installeren op de bestaande melkstellen. “Sindsdien wordt elke speen, nog voor het afnemen van het melkstel, gedipt in de beker”, legt hij uit. “Nadat het melkstel is afgenomen worden de bekers goed gereinigd (gebackflushed) om de overdracht van bacteriën verder te verkleinen. Eerst met water, dan met ontsmettingsmiddel, dan nogmaals met water en tot slot wordt er een paar keer lucht door de bekers geblazen. Een speciaal klepsysteem zorgt ervoor dat er geen jodium, water of ontsmettingsmiddel in de melk terecht komt.”

Mastitisgevallen flink gereduceerd

“Inmiddels melken we de koeien weer in één groep”, vertelt Van der Weij. “Terwijl de melkbekers nu na het melken van elke koe goed worden gereinigd, zijn we niet meer tijd kwijt aan het totale melkproces.” Nog voor de koe de carrousel heeft verlaten, is het systeem klaar met reinigen. “Met dit systeem hebben we het aantal nieuwe mastitisgevallen flink weten te reduceren naar zo’n vier procent. Bovendien ligt het celgetal nu op 180. Daarmee zijn we meer dan gehalveerd”, besluit Van der Weij tevreden.

Meer rendement met milieuvriendelijk koelgas


Installaties voor (melk)koeling werken op basis van koudemiddelen, oftewel koelgas. Het gebruik van synthetische koelgassen heeft gevolgen voor het milieu en de EU legt het gebruik hiervan dan ook aan banden. Met ingang van 2020 zijn verschillende koelgassen, waar ook GEAinstallaties mee werken, verboden om te gebruiken in nieuwe installaties. In aanloop daar naartoe zijn de prijzen van verschillende koudemiddelen nu al explosief gestegen, met stijgingen van wel 800 procent in 2017. Om te anticiperen op de bovengenoemde wetgeving, en de kostprijs van klanten zoveel mogelijk te beperken, zoekt GEA actief naar alternatieven voor de gassen die worden uitgefaseerd. “We hebben een heel interessant alternatief gevonden, dat heel milieuvriendelijk is en bovendien 12 procent meer koelingsrendement oplevert”, vertelt verkoopspecialist Koeling Marcel Vorstermans. “Op dit moment zitten we middenin het onderzoeks- en ontwikkelingstraject om onze installaties geschikt te maken voor het gebruik van dit gas, zodat we zo snel mogelijk over kunnen stappen.”


Harde klauwen en
gezonde uiers door verbeterd ligbox in strooimiddel


ZorbiSan Plus draagt bij aan een optimaal ligboxklimaat en het voorkomt ongewenste bacteriegroei. Door een nieuwe verpakking blijft het hoge vochtabsorberende vermogen behouden tijdens de opslag van het product.


ZorbiSan Plus wordt gemaakt met gedroogde zeewierkalk en blinkt daardoor uit in vochtabsorptie. In een droog klimaat voelen mastitis veroorzakende bacteriën, maar ook vliegen, zich niet thuis en wordt de uiergezondheid beschermd. Droge ligboxen dragen ook bij aan droge harde klauwen. Door de milde pH is ZorbiSan Plus bovendien vriendelijk voor de speenhuid. De praktijk bewijst dat het geadviseerde verbruik van tweemaal per week 50 gram per box volstaat. Bij het jaarrond opstallen, volstaat een pallet van 18 zakken à 25 kg dan ook om 85 ligboxen een jaar lang te strooien.

Naast de ligboxen voor melkkoeien, kunnen ook de ligboxen en ligruimtes voor droge, zieke en kalfkoeien optimaal droog worden gehouden met ZorbiSan Plus. Ook bij andere dieren, zoals paarden, zijn inmiddels goede ervaringen opgedaan. U bestelt Zorbisan Plus bij uw GEA dealer.